De eerste zin van Mauk, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jan Vantoortelboom (1975), is als de paukenslag bij de opening van een symfonie: 'Nu ik hier lig te sterven, heb ik het voorrecht te besluiten dat ik dit alles, dit wat men zo voldaan het leven noemt, had overgeslagen, als ik daartoe de kans had gekregen.' Aan het woord is Mauk, 76 jaar oud. Hij is een nieuwe protagonist met loodzware levensballast in het oeuvre van Vantoortelboom, die in 2014 zijn naam vestigde met de veelgeprezen roman Meester Mitraillette.
Niet vreemd, dat Mauk met weinig warme gevoelens op zijn leven terugkijkt. Zijn kindertijd heeft levenslange wonden in zijn binnenste gekerfd. Er is een beschuttende, warme moeder, maar vooral ook een gecompliceerde despotische vader die niet weet om te gaan met zijn innerlijke pijn en deze op vrouw en kind botviert. Een gekwelde die kwelt. Mauk draagt op zijn hand het litteken van een puntige asbak die zijn vader ooit als huiselijk martelwerktuig hanteerd…Lees verder
De eerste zin van Mauk, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jan Vantoortelboom (1975), is als de paukenslag bij de opening van een symfonie: 'Nu ik hier lig te sterven, heb ik het voorrecht te besluiten dat ik dit alles, dit wat men zo voldaan het leven noemt, had overgeslagen, als ik daartoe de kans had gekregen.' Aan het woord is Mauk, 76 jaar oud. Hij is een nieuwe protagonist met loodzware levensballast in het oeuvre van Vantoortelboom, die in 2014 zijn naam vestigde met de veelgeprezen roman Meester Mitraillette.
Niet vreemd, dat Mauk met weinig warme gevoelens op zijn leven terugkijkt. Zijn kindertijd heeft levenslange wonden in zijn binnenste gekerfd. Er is een beschuttende, warme moeder, maar vooral ook een gecompliceerde despotische vader die niet weet om te gaan met zijn innerlijke pijn en deze op vrouw en kind botviert. Een gekwelde die kwelt. Mauk draagt op zijn hand het litteken van een puntige asbak die zijn vader ooit als huiselijk martelwerktuig hanteerde.
Op 12-jarige leeftijd verliest hij zijn moeder op gruwelijke wijze - haar dood is de geboorte van zijn trauma, dat embryonaal al lang sluimerde.
De roman is de neerslag van Mauks gedachten over zijn leven en zijn vaak niet te reguleren wanhoop, vermengd met onder meer het contact met zijn verzorgster Jenny. Zij is medeaanjager van zijn verbrokkelde herinneringen, waaronder ook aan Jenny's moeder, die lang geleden een buitenechtelijke relatie met Mauk had. Deze affaire eindigde met een daad die hij schuldbewust met zich meetorst als 'het vreselijkste en laaghartigste' dat hij ooit heeft gedaan.
Als kind is Mauk niet in staat het leven zoals zich dat aan hem voordoet te leven. Om het leefbaar te maken, grijpt hij naar de verbeelding, daarbij gevoed door zijn vader. Die vertelt over 'het westen', het Amerika van de cowboys en indianen waar pioniers naartoe trokken en waar volle vrijheid heerste. Geregeld schenkt hij Mauk een boek van Karl May, waarover hij zijn zoon na lezing nauwgezet overhoort in zijn studeerkamer. Mauk is dan zó gespannen dat hem telkens weer de drang tot broekplassen overvalt.
Maar buiten de studeerkamer is de cowboy- en indianenwereld, 'het westen', zijn redding. Hij creëert zijn eigen wereld met moeder en vader in een huifkar, op barre tochten, en speelt met poppetjes die hun gedaanten aannemen. Steun en toeverlaat is zijn fictieve moedige broer Henri, door Mauk als kind in het leven geroepen als zijn moeder een wond oploopt. Vanaf dat moment laat hij zijn 'grote broer' een heldhaftige rol spelen en gelooft Mauk rotsvast dat Henri er altijd zal zijn om hem weer overeind te trekken. Mauk bezit met zijn fantasie de gave om de dingen anders te zien dan zij zijn, zodat pijn geen pijn meer is.
Het is geen gemakkelijk boek, deze koortsdroom in proza. Wat er in het verleden is gebeurd, waardoor de jongen getraumatiseerd raakt, wordt suggestief via gefragmenteerde herinneringen verteld. Vantoortelboom reikt ons kleine en pregnante puzzelstukjes aan - een zinnetje, een enkel woord - waarmee wij zelf een reconstructie van Mauks werdegang kunnen maken. Ergens lezen we over 'rode sporen' op Mauks arm, pas later wordt duidelijk wat ze zijn. Zo zijn er tal van minieme steentjes die gaandeweg tot een verbijsterend bouwwerk leiden.
Een extra uitdaging voor de lezer is Mauks fantasie: wat is feitelijke werkelijkheid en wat is Mauks realiteit? Dit alles maakt het lezen van dit boek tot een spannende, indringende belevenis.
Mauk is een roman over pijn, verlies van onschuld, onmacht, schuld, emotionele verminking en verwerking, geschreven in Vantoortelbooms kenmerkende stijl die je voortstuwt als een warme zomerwind in je rug. Mauk 'klopt' details 'als een hoefsmid' in zijn geheugen. Arbeidershuisjes staan 'als scheve tanden' tegen elkaar. Jenny 'stanst gaten in mijn pijn'.
Het boek is ook een hartstochtelijke en tegelijk vertwijfelde ode aan de verbeelding, aan schrijven, aan verhalen. Mauk weet dat een pijn zonder verbeelding, zonder fantasie, op geen enkele manier kan worden overwonnen. Verbeelding als overlevingsstrategie. Die opvatting draagt niet alleen Mauk, maar meer dan dat: waar zouden wij zijn zonder verhalen, zonder literatuur?
Het lezen van Mauk is diep graven om de bodem te bereiken, maar daar ligt dan ook goud.
★★★★☆
Atlas Contact; 188 pagina's; € 22,99.
Verberg tekst